Forum Eerste Wereldoorlog

[silentknight]

Een toch wel mooie vondst, zeker als je weet dat ik het niet gekocht maar "geërfd" heb.

Een originele Guldenboek der vuurkaart editie 1937.
Hij is in matige staat, maar toch wel een pronkstuk.

Wie niet weet wat ik bedoel moet in de zoekfunctie maar eens "vuurkaart" invullen.

Foto's voor de geïnteresseerden volgen.

[Aurel Sercu]

Silentknight,
(en anderen)

Ik zal er geen nieuwe Topic voor starten, en omdat het maar een detailvraag is, hang ik m'n karretje hier aan vast. (Sorry voor het "kapen". )

Vraag : is het geweten, of staat het ergens in het boek, welk deel ongeveer (een ruw percentage) van de oud-strijders wel of niet een vuurkaart aangevraagd (en gekregen) hebben.

Een antwoord als : een kwart of ongeveer de helft, voldoet eigenlijk ook al.

Aurel

[vatjan]

Hallo,

Als we kijken naar vermeldingen van buitenlandse decoraties in het VK boek en die vergelijken met de volledige verleende aantallen dan zien we dat er ongeveer 1/3 in het VK boek staan. Of je dat nu kan extrapoleren naar de VK zelf is natuurlijk nog de vraag.

Ik hoop dat dit een beetje helpt.

Groeten,

Jan

[Aurel Sercu]

Jan,

Dat helpt inderdaad.

Ik zeg meteen waarom ik dat wilde weten. Ik doe onderzoek naar de gesneuvelden van mijn dorp Boezinge (bij Ieper). Daarvan zijn er ongeveer 40.

Dan dacht ik : ook eens de Boezingse niet-gesneuvelden, de oud-strijders, opzoeken. In het Guldenboek (online) vond ik er (ook) ongeveer 40.
"Slechts" 40 ? Er moeten beslist meer niet-gesneuvelden zijn dan gesneuvelden, was mijn reactie. (Ik heb ooit nog eens dat soort berekeningen gedaan voor Britse eenheden, en ik kwam ongeveer aan één gesneuvelde op 10 soldaten.)

Nu lees ik in je je posting dat slechts 1/3 van de VK's in het boek staan. Zou ik dus ruw geschat mogen zeggen dat het aantal Boezingse oud-strijders 40 x 3 = 120 bedraagt ? Heb ik dat goed begrepen ?

Maar ... ik moet dan ook nog rekening houden met het feit dat waarschijnlijk een deel van de oud-strijders de aanvraag voor het verkrijgen van een kaart niét ingediend hebben (gebrek aan belangstelling ... niet te bereiken ... andere redenen ...). Het aantal Boezingse oud-strijders moet dus een stuk (groot stuk of klein stuk) hoger geweest zijn dan die ca. 120. Waarbij ik me afvraag : hoeveel groter ?

Maar ik begrijp wel dat daar een antwoord op geven niet simpel is.

Toch bedankt voor je reactie.

Aurel

[love4history]

Dag Aurel
Het is jammer genoeg niet zo simpel om te extrapoleren. In feite mag je zelfs geen rekening houden/conclusies trekken uit de Guldenboeken.
De cijfers zijn gewoon té onbetrouwbaar. Neem als voorbeeld gemeente Wingene met 0 vuurkruisers (?!) .... Bij degenen die wel vermeld staan moet je er dan wel nog rekening mee houden dat de vermelde plaats hun effectieve woonplaats is in 35 of 36 of .... en dus niet noodzakelijk hun geboorteplaats of woonplaats in 1914. Er zitten er nogal wat tussen die in de periode 1918-1935 gehuwd en/of verhuisd zijn.
Grts
l4h
_________________
Rudeness is the weak man's imitation of strength.
Eric Hoffer

"Flandria dulce solum, super omnes terra beata......mando remando vale, mea Flandria terra meorum"

[Aurel Sercu]

Love4history,

Je hebt gelijk.
Ik kan in feite alleen maar voorzichtig zeggen dat er toch "veel" Boezingse oud-strijders moeten (geweest) zijn. In theorie ben ik zelfs niet eens zeker dus dat er ong. 40 moeten geweest zijn.
Ik kan m'n lijst van 40 alleeen maar geduldig overlopen, navraag doen, waaruit zal blijken misschien dat er onder die 40 ook naoorlogse immigranten zitten. En hopen dat er nog enkele handvollen uitgeweken Boezingenaars gesignaleerd worden. (Veel vooroorlogse Boezingenaars zijn nadien niet meer teruggekomen naar Boezinge.)

Aurel

[love4history]

Wat nuttig kan zijn Aurel is eens contact zoeken met de fanatiekste bidprentjesverzamelaar van het dorp (tenzij je dat zelf bent natuurlijk). Ieder dorp heeft er zo wel een. Heel frequent staat bij de veteranen hun status als vuurkruiser of veteraan vermeld op hun bidprentje. Wel een beetje werk om alle jaren te overlopen én het zal ook weer geen definitieve lijst zijn, maar zo kom je er misschien wel nog een aantal op het spoor.
_________________
Rudeness is the weak man's imitation of strength.
Eric Hoffer

"Flandria dulce solum, super omnes terra beata......mando remando vale, mea Flandria terra meorum"

[Aurel Sercu]

Bedankt, Love4History.

We hebben in ons archief (van ons heemkundig tijdschrift) ook een heel groot aantal (honderden) bidprentjes. Wees gerust dat ik er heel vaak zit in te snuisteren....

Aurel

[lancier]

Ik heb nog een identiteitskaart voor Oudstrijder uit de Oorlog 1914-1918 , die recht had op vervoer bij de spoorwegen (75%) periode 1959-1969.

Nu, na de oorlog hadden ze een keuze tussen enkele oudstrijdersbonden.
In het begin (1920) kort na zijn legerdienst had mijn grootvader zich ingeschreven bij de Vlaamse Oudstrijdersbond (VOS). Niet effident als lansier (cavalerie). Maar door ruzies bij de plaatselijke VOS en de opkomst van een federale bond (NSB) met waarschijnlijk meer voordelen en ook niet vergeten andere politieke richtingen (1936) ; zijn er een aantal van die mensen naar een andere bond gegaan.

In de militaire dossiers zitten meestal zo'n aanvragen ofwel VOS of NSB.
Bij VOS is het eerste archief (ledenlijsten 1920-1930) verdwenen.
Dus, naar mijn bescheiden mening over de mythe van 80%, kunnen we na 1921 dit met officiële bronnen niet bevestigen.
_________________
De weg van het 4de eskadron
Georges Remi Roose (1897-1975)

Gevallen voor Allen door Allen geprezen door 't vallen gerezen Hoog boven allen.

[Benny Vinke]

Dit zijn de oplagen die bij mij bekend zijn van de vuurkaart. Deze aantallen staan achter op de vuurkaarten.

19697 = Oplage van 100.000
49572 = Oplage van 20.000 (Heet geen vuurkaart maar strijderskaart)
32011 = Oplage van 10.000
28746 = Oplage van 7.500
44468 = Oplage van 5.000



Er bestaan ook vuurkaarten waar geen aantal exemplaren op staan.
Misschien waren deze uit de eerste reeks of vallen misschien onder de oplage van 100.000?

Tot nu toe heb ik alleen deze reeksnummers gezien. Dat is een totaal 142.500 exemplaren.

Niet iedereen had recht op een vuurkaart te krijgen:

Een "Vuurkaart" wordt in principe verleend aan de militairen van het Belgisch leger die tijdens den oorlog, tussen 4 Augustus 1914 en 11 November 1918, op al dan niet onafgebroken wijze, wezenlijk ten minste twaalf maanden effectieven dienst bij de in aangeduide eenheden hebben volbracht. Voorziene periode van twaalf maand wordt tot negen maand beperkt voor : de militairen die, van 4 augustus tot 31 oktober 1914 of van 28 September 1918 tot 11 November 1918, behoord hebben tot één der vermelde eenheden en die deel genomen hebben aan al de krijgsverrichtingen hunner eenheden. De militairen van voormelde eenheden, die eervol in de handen van de vijand zijn gevallen tijdens een krijgsverrichting van een regelmatig samengestelde eenheid of eenheidsfractie en die, na uit een gevangenschap te zijn ontvlucht, zich terug bij het leger hebben vervoegd. De Vuurkaart zal, welke ook de duur zij van de werkelijke aanwezigheid in de bedoelde eenheden, worden afgeleverd aan de militairen, die uit deze eenheden werden geëvacueerd wegens tegenover den vijand opgelopen verwondingen (gasvergiftiging, enz) en die, bij het verlaten van het hospitaal, door een medische commissie wegens hun verwondingen ongeschikt voor de dienst werden bevonden en derhalve, tot afdanking wegens reform voorgedragen of in een sedentaire dienst gehandhaafd werden. De in handen van de vijand gevallen verwonde militairen en de na 11 November 1917 in één der voorziene eenheden aangekomen militairen, kunnen welke ook de duur der aanwezigheid zij de Vuurkaart slechts bekomen indien zij, wegens hunne verwondingen, door een pensioencommissie definitief ongeschikt werden bevonden.

Bij de vuurkaart hoorde het vuurkruis insigne wat later het vuurkruis medaille is geworden.
Vuurkruis
Datum van instelling Het vuurkruis werd ingesteld op 6 Februari 1934 en is de belangrijkste medaille ter ere van de 1e Wereldoorlog na de IJzer medaille. Deze medaille werd uitgereikt aan alle soldaten die aan het front onder vuur gelegen hadden en hiervoor de vuurkaart ontvangen hadden.

Aantal Belgische soldaten 265.000.
Aantal gesneuvelden volgens (Onze Helden Gesneuveld voor het vaderland) is 33135.
265.000 - 33.135 is 231.865 overlevenden.

Het aantal kaarten van 142.500 is dus iets meer dan 61% van het aantal overlevenden. Niet iedereen had recht op deze kaart dan heeft dus meer dan 61% deze kaart aangevraagd.

Mijn schatting is dat 75% de vuurkaart heeft aangevraagd.
_________________
http://www.yser.eu